De beurzen in New York zijn woensdag met winst geopend, ondanks een tegenvallend cijfer van loonstrookverwerker ADP over de groei van de werkgelegenheid in het Amerikaanse bedrijfsleven. Entertainmentconcern Walt Disney, dat dinsdag nabeurs zijn boeken opende, stond stevig in de min na teleurstellende resultaten.

Kort na de openingsbel stond de Dow-Jonesindex 0,3 procent hoger op 17.593 punten. De S&P 500 won 0,6 procent tot 2105 punten. Technologiebeurs Nasdaq ging 0,6 procent omhoog naar 5136 punten.

Het aandeel Walt Disney verloor bijna 9 procent. Het bedrijf zag zowel zijn omzet als winst stijgen, maar kon de verwachtingen van analisten niet waarmaken.

Banengroei zwakt af

Voorbeurs presenteerde ADP zijn maandelijkse rapport over de werkgelegenheid in het Amerikaanse bedrijfsleven. De loonstrookverwerker telde in juli 185.000 nieuwe banen, terwijl door economen gemiddeld op 215.000 banen werd gerekend.

In juni groeide de werkgelegenheid nog met 229.000 arbeidsplaatsen. ADP loopt met zijn cijfers vooruit op het banenrapport van de Amerikaanse overheid, dat vrijdag wordt gepubliceerd.

Handelstekort VS loopt verder op

Voor de openingsbel op Wall Street werd eveneens bekend dat het handelstekort van de Verenigde Staten in juni is uitgekomen op 43,8 miljard dollar. Dat is een stijging van 7 procent ten opzichte van het tekort in mei, aldus het Amerikaanse ministerie van Handel.

Economen rekenden in doorsnee op een tekort van 43 miljard dollar. Het tekort van mei werd bijgesteld tot 40,9 miljard dollar, van een eerder gemelde 41,9 miljard dollar.

De Amerikaanse export stagneerde in juni nagenoeg op het niveau van de voorgaande maand, terwijl de import met 1,2 procent steeg. Amerikaanse exporteurs kampen met de kracht van de dollar. Die maakt Amerikaanse producten duurder op buitenlandse markten, terwijl de import er juist door wordt gestimuleerd.

Amerikanen haalden in juni vooral meer medicijnen, olie, auto's en mobiele telefoons uit het buitenland.

Sterkere groei in dienstensector VS

De bedrijvigheid in de Amerikaanse dienstensector is in juli sterker gegroeid dan een maand eerder. Dat blijkt uit cijfers die onderzoeksinstituut ISM woensdag heeft gepubliceerd.

De inkoopmanagersindex, de graadmeter voor de bedrijvigheid, kwam uit op een stand van 60,3, tegen 56 een maand eerder. Economen rekenden gemiddeld op een niveau van 56,2. Een stand boven 50 duidt op groei, daaronder op krimp.

Het Britse onderzoeksbureau Markit kwam woensdag met zijn eigen definitieve inkoopmanagersindex voor de Amerikaanse dienstensector. Die index noteerde vorige maand een stand van 55,7, tegen 54,8 in juni.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl